essentaksterfte

Essentaksterfte wordt veroorzaakt door een uit Azië afkomstige schimmel met de naam Hymenoscyphus fraxineus (vals essenvlieskelkje).

De schimmel infecteert de bomen via het blad. De eerste symptomen bestaan uit bladvlekjes gevolgd door verkleuring van de nerven en het geheel of gedeeltelijk afsterven van het geïnfecteerde blad. Als de aantasting doorzet, groeit de schimmel via de bladsteel de twijgen in waar ook de bast en het cambium worden aangetast. Dit leidt tot verstoring van de sapstroom wat zichtbaar wordt door verdord blad in de kroon van aangetaste essen in de loop van het groeiseizoen en afsterving van twijgen of zelfs delen van de kroon. Kenmerkend zijn ook de langgerekte afgestorven plekken in de bast rondom de aanzet van geïnfecteerde twijgen en de karakteristieke bruinverkleuring van afgestorven twijgen.

    De gewone es (Fraxinus excelsior) is zeer gevoelig voor essentaksterfte er zijn echter grote verschillen tussen individuen (zaailingen) 

    Over het algemeen is er sprake van voortgaande taksterfte waardoor een steeds groter deel van de boom afsterft. Tegelijkertijd lopen vooral oudere bomen weer uit op de nog levende, gezonde delen. Hierdoor kunnen oudere bomen meerdere jaren overleven en soms ook weer (deels) herstellen.

    Er zijn geen middelen beschikbaar om bomen tegen essentaksterfte te beschermen. Wegsnoeien van zwaar aangetaste delen helpt om het gevaar van vallende takken te verminderen en stimuleert hergroei uit de (nog) gezonde delen van de boom, maar is geen garantie dat de aantasting niet doorzet. Daarnaast kan voortdurend nieuwe infectie optreden.

    De schimmel vormt in de periode juni tot en met september kleine, witte paddenstoeltjes op afgevallen bladstelen van geïnfecteerde bomen. Deze paddenstoeltjes produceren grote aantallen sporen die met de wind over grote afstanden verspreid kunnen worden. Via deze sporen kunnen nieuwe infecties ontstaan in het blad van nog gezonde bomen, waarna de cyclus weer opnieuw begint.

    Het advies is om zo terughoudend mogelijk te zijn bij het ingrijpen en gezonde bomen te laten staan. Grote, dode takken dienen weggesnoeid te worden als deze gevaar opleveren. Ook is het weinig zinvol om alle aangetaste bomen te verwijderen. Als dit geen gevaar oplevert, kan de boom met rust worden gelaten om af te wachten of de boom in staat is om de uitbreiding van de ziekte zelf te stoppen.

    bron: 10 vragen over essentaksterfte WUR